Maak jouw wetenschap interessant
Hoe zorg je dat niet alleen je directe vakgenoten, maar ook mensen daarbuiten enthousiast raken over jouw onderzoek? Er zijn een aantal methodes om ook hen te interesseren voor jouw vak.
Uiteindelijk hebben we anderen nodig om zelf verder te komen. Bijvoorbeeld omdat we samenwerkingspartners nodig hebben, subsidie voor onderzoek of om indruk te maken bij een sollicitatiegesprek voor die mooie baan. Er zijn twee manieren die je kan gebruiken om anderen te inspireren met jouw vakkennis. Bij de eerste maak je jouw onderzoek heel groot, de ander maakt het juist klein. Het grote perspectief gaat over de vraag hoe jouw vakkennis bijdraagt aan een betere wereld. De kleine gaat over welke rol jouw onderzoek heeft in het dagelijks leven.
Bedenk:
Hoe draagt jouw onderzoek bij aan een betere wereld?
Welke rol speelt jouw onderzoek in het dagelijks leven?

Ik zal een paar voorbeelden geven voor beiden aan de hand van de volgende tekst die ik van een PhD-student ontving:
“We kunnen alcoholen maken uit eenvoudige epoxiden. Epoxiden zijn cyclische ethers van drie atomen: twee koolstofatomen en één zuurstof. Het zijn een soort ringen die je aan één kant kan openmaken om ethanol te maken. Maar de chemische reactie die daarvoor nodig is produceert veel afval en is duur. Daarom werk ik aan katalytische reactie waarbij ik titanocenen gebruik, een metaal dat in grote hoeveelheden voorhanden is.”
Als een leek dit leest, zal die waarschijnlijk denken: het zal wel. De tekst zit vol jargon met woorden zoals ‘ethanol’, ‘epoxiden’ en ‘cyclische esther’. Het is niet direct duidelijk wat hier nou spannend aan is. Als we echter uitzoomen wordt het dat wel! Wat je daarvoor doet is kijken naar hoe jouw onderzoek bijdraagt aan een betere wereld.
Hoe draagt je werk bij aan een betere wereld?
Er is een oefening om het grotere plaatje te vinden van jouw wetenschappelijk onderzoek. Je schetst wat je doet en beantwoord dan de sceptische vraag “ja, dus?” Herhaal dat een aantal keer. Je kan het samen met iemand anders doen of in je eentje (een wat vriendelijkere variant voor in je eentje is “en dat betekent dat…”).
In dit geval gaat dat zo:
“Door een katalysator te gebruiken gaat de reactie sneller en efficiënter.”
“Ja, dus?”
“Daardoor is het goedkoper en ontstaat er minder afval.”
“Ja, dus?”
“Daarmee is het maken van alcohol duurzamer en dragen we bij aan een schonere wereld, zonder onnodige vervuiling.”
Ziedaar: een wereld-verbeterend antwoord!
Als je maar genoeg uitzoomt, kom je uit op hele grote thema’s: klimaatverandering tegengaan, minder ziektes, vervuiling tegengaan etc. Welke past er voor jouw onderzoek? Mogelijk voelt het wat ‘verheven’ om zulke grote thema’s erbij te halen. Je hoeft ook zeker niet te pretenderen dat jij in je eentje klimaatverandering te lijf gaat. Elk onderzoek is doorgaans een klein puzzelstukje in een veel groter geheel. Het is echter wel belangrijk om dat grotere geheel te vertellen, vooral als je publiek vrij ver van de onderzoek afstaat. Een vuistregel is: hoe minder verstand je publiek heeft van je onderzoek, hoe meer je uitzoomt.
Maak het alledaags
Een andere route is om je onderzoek juist heel alledaags te maken. In dit geval zou het verhaal kunnen beginnen met: “Alcohol zit niet alleen in bier en wijn. Het zit ook in shampoo, neussprays en schoonmaakmiddelen. Alcohol wordt voor enorm veel dingen gebruikt, meer dan je denkt!” Helemaal mooi is het als je vervolgens afsluit met het grotere plaatje: “om te zorgen dat jij kan blijven genieten van je wijntje, shampoo en neusspray zonder de aarde onnodig te vervuilen, doe ik mijn onderzoek”.
Laten we de twee methoden nog eens loslaten op een nieuw voorbeeld. “Ik doe onderzoek naar vliegenlarven die biologische reststromen omzetten in diervoeder.” Hoe verandert het de wereld? Er is minder afval om te verbranden, want dat eten de larven op. Daarnaast maken de larven ook meteen nieuwe voeding, dus er zijn minder geteelde gewassen nodig om diervoeding te maken. Dat spaart ook weer water en grondstoffen. Kortom: deze methode zorgt wederom voor een schonere en duurzamere wereld. Er is ook een leuk alledaags ding te benoemen: vanaf nu kun je anders kijken naar die vieze maden in je groene afvalcontainer. Het zijn namelijk nuttige afvalopruimers!
Wat heeft je publiek eraan?
Met die alledaagse stap kun je soms zelfs nog een stap verder gaan. Je kan bedenken: voor wie praat is en waarmee zou die persoon geholpen zijn? Een subsidieverstrekker wil graag een mooi portfolio van projecten, een potentiele samenwerkingspartner een inspirerend project om aan te werken, een bedrijf wil kostenreductie of een goede return on investment, politici willen mogelijke risico’s omlaag brengen, ‘gewone burgers’ willen vaak weten of jouw onderzoek ‘wel veilig is’. Daar kun je allemaal op inspelen. “Deze methode gaat veel geld opleveren / is veilig / verlegt de grenzen van onze kennis op dit vakgebied”. Wil je bedrijven interesseren om larven in te zetten als afvalopruimers dan helpt een zin als: “dit is een relatief risicoloze investering, want het kost weinig en deze methode heeft een grote, potentiele afzetmarkt”.
Het kost meestal niet eens zo gek veel tijd om dit te bedenken en het levert je direct hele leuke, geïnteresseerde gesprekken op. En wie weet wat voor mooie samenwerkingen, subsidies of toepassingen dat kan leiden!