Waarom elk goed (wetenschappelijk) verhaal een probleem heeft

Denk eens aan een goed boek dat je laatst las. Of een film die je pakte. Waar ging het over? Waarschijnlijk was het geen verhaal dat ging over rozen en maneschijn waarbij de hele wereld in vrede was. De kans is groot dat er een probleem was. Een vrij belangrijk probleem. Ofwel voor de wereld, of voor de hoofdpersoon in het verhaal. Wat kunnen we daaruit leren als we over wetenschap communiceren?

Een verhaal doet meer met ons dan een feitenrelaas. Een verhaal beweegt ons, doet iets met ons, wekt emotie op. Daarnaast begrijpen en onthouden we verhalen beter.
Alle reden dus om wetenschappelijke beschouwingen soms wat meer als een verhaal te brengen. Daarmee zorgen we dat de boodschap (en ook de feiten!) beter overkomt.

Hoe doen we dat?
De meeste wetenschappelijke presentaties zijn, neem me niet kwalijk, vreselijk om naar te luisteren. De impact, de positieve verandering, die een presentatie kan maken blijft bij de meeste steken op een mager zesje. Dat komt omdat de meeste sprekers in dezelfde valkuilen stappen. De meeste sprekers vertellen meer dan het publiek aankan. Daarnaast is het vaak een opsomming van feiten. Dat maakt het saai en moeilijk om te volgen. Gelukkig zijn beide valkuilen op te lossen. Er is zelfs een hele simpele techniek voor.

Die techniek heb ik overigens niet zelf bedacht. Er is een heel boek over geschreven zelfs (Randy Olson – Houston we have a narrative). Ook deze auteur geeft eerlijk toe de techniek niet zelf bedacht te hebben, verhalen vertellen we immers als zo lang als dat er mensen zijn. Maar hij gaf het beestje een naam door het op te schrijven. De meeste presentaties gaan van feit, naar feit, naar feit. De structuur is dan …EN…EN…EN… etc. Eigenlijk zegt de spreker hier onbewust mee: “hier is alle informatie, zoek het verder zelf maar uit.”

De structuur die beter werkt gaat als volgt: …EN…, MAAR…, DAAROM…
Eerst geef je de noodzakelijke feiten om het onderwerp in te leiden. Vervolgens komt het centrale probleem. Tot slot de oplossing of de aanbeveling die daarop volgt. 

De cruciale vraag om jezelf te stellen als spreker is: welk probleem stel ik centraal?
Weersta de verleiding om teveel te vertellen en kies 1 duidelijk probleem. 
Een simpel, maar veelvoorkomend probleem is de ‘knowlegde-gap’, de informatie die we missen om de puzzel compleet te maken. De oplossing is vervolgens jouw onderzoeksmethode. Het helpt als je zorgt dat er iets op het spel staat. Wat staat er bij jou op het spel?

De structuur van jouw verhaal is dan: 
We weten dat … (feitelijke informatie, context).
EN dat is belangrijk omdat… (er veel mensen aan deze ziekte lijden/dit molecuul in veel materialen wordt verwerkt/dit onderdeel is van het klimaatprobleem). 
MAAR we begrijpen/weten alleen nog niet…
DAAROM doe ik mijn onderzoek naar…

 

Tip: als je deze techniek in actie wilt zien, neem dan een kijkje naar de Eye-Openers van de KNCV. Voor dat platform ben ik presentatiecoach en de sprekers die daar hun verhaal doen gebruiken precies deze structuur. Het levert video’s op van minder dan 1,5 minuut waarin ze hun onderzoek aan de man brengen.

Je kan ook op meerdere manieren de En, Maar, Daarom inzetten. Bijvoorbeeld als je een grafiek laat zien: ‘we zien dit en dit geplot in deze grafiek, Maar wat opvalt is deze piek, hoe komt dat? Daarom besloot ik daar nog eens verder in te duiken hoe dat precies zit…’ 

Je hebt als het ware 1 overkoepelend probleem dat centraal staat. En in je zoektocht naar het antwoord komen er steeds nieuwe problemen. Een simpele En, Maar, Daarom helpt dus ook duiding te geven op subonderdelen van een presentatie.

 

Probeer het eens uit. Als presentatietrainer zeg ik wel eens gekscherend: “als je geen probleem hebt, dan heb je pas echt een probleem!”

Beter leren presenteren?

Bekijk direct het aanbod aan workshops!