Wat wil je bereiken?

Jouw kennis is waardevol voor je publiek. Wat wil je uiteindelijk dat mensen onthouden en meenemen uit jouw verhaal? En wat moeten ze ermee doen? Deze vragen kunnen je enorm tot dienst zijn om je presentatie sterk te eindigen.

Wat hoop je dat jouw presentatie brengt? Of: wat wil je dat jouw publiek doet? Dit is je zogenaamde ‘call to action’. Het werkt heel krachtig om die op je laatste slide te zetten! Tijdens de nabespreking en vragenronde blijft deze slide immers de hele tijd in beeld staan, waardoor die slide langer bekeken wordt dan al je andere slides. Zet bijvoorbeeld een QR-code neer die direct naar jouw paper leidt. Heb je onderzoek gedaan naar gezond voedsel, dan kan op je laatste slide staan “eet minimaal 200 gram verse groente per dag en blijf lang gezond.”

Eindig met een call to action 
Wil je samenwerken met mensen in de zaal, of feedback op je ideeën? Maak deze oproep dan zo concreet mogelijk. Het is verleidelijk om alleen je contactgegevens, zoals je mailadres, op een slide te zetten en het daarbij te laten. Maar je laat dan nog best wat denkwerk over aan je publiek. Die moeten dan zelf gaan bedenken wat ze precies kunnen mailen en of dat wel is waar jij op zit te wachten. Zeg dus letterlijk wat je zoekt, bijvoorbeeld “ik zoek dataspecialisten en synthetisch biologen om dit vraagstuk verder te onderzoeken.” Je slide kan ondersteunend zijn als er bijvoorbeeld opstaat “gezocht: dataspecialisten en synthetisch biologen.”

Maak je call to action klein en concreet
Bedenk ook wat mensen concreet moeten doen en maak het je publiek daarbij zo eenvoudig mogelijk. Zodra mensen veel moeten nadenken en keuzes moeten maken, daalt de kans drastisch dat ze in actie komen. Om een voorbeeld te geven: stel je bent tv aan het kijken en er komt een commercial voorbij over een goed doel. Bijvoorbeeld zwerfhonden die een asiel nodig hebben. Er volgen beelden van zielige honden en wie weet denk je even bij jezelf “sjee wat sneu, ik zou die dieren toch een fijne plaats gunnen, in plaats van zo op straat te leven.” Vervolgens eindigt de commercial met de oproep om geld te doneren. Zelfs al zou je de grootste hondenliefhebber zijn en helemaal overtuigd zijn van dit goede doel, is de kans nog steeds klein dat je daadwerkelijk geld geeft. Je moet namelijk nog best wat keuzes maken: hoeveel geld is een goed bedrag? Doneer je eenmalig of periodiek? Hoe moet je überhaupt doneren, hebben ze een website met een rekeningnummer? Ach, teveel gedoe, je hebt nog zoveel te doen, dit komt later wel. En later wordt al snel nooit. Daarom eindigen dit soort commercials vaak met een hele kleine en concrete call to action: “maak eenmalig 5 euro over, sms direct naar 1234.” Ze hebben daarmee alle keuzes al voor je gemaakt. Geld doneren is nu eenvoudiger geworden. 

Dit kun je ook toepassen in een presentatie. Wil je bijvoorbeeld samen met mensen verder werken aan een idee? Zeg dan niet “mail me als je interesse hebt om samen te werken”. Mensen moeten dan zelf bedenken hoe die samenwerking eruit kan zien, op welke termijn, wat ze in de mail moeten zetten etc. Een laagdrempeliger verzoek is bijvoorbeeld “wil je meedenken of samenwerken, dan organiseer ik volgende week een video-meeting van een half uur voor geïnteresseerden. Scan deze QR-code en laat je mailadres achter, dan nodig ik je uit.” Mensen hoeven nu alleen maar hun mailadres in te vullen, jij regelt de rest. Dat maakt jouw verzoek zo laagdrempelig dat de kans van slagen een stuk groter is. Op de slide zet je de QR-code. De hele vragenronde lang kunnen mensen bedenken of ze die gaan scannen.

Kortom, bedenk wat jij graag wilt dat je publiek onthoud of doet na jouw verhaal. Maak dat zo simpel mogelijk en zet dat in één of hooguit een paar korte zinnen op je slide. Wie weet wat deze nieuwe aanpak je kan opleveren bij je eerstvolgende presentatie!

 

Beter leren presenteren?